It(em) es desen brief bekint te dier meyni(n)gen dat de voirs(creven)/ gehuysschen soe v(er)re e(n)nich vand(en) liven voirs(creven) leeft hen hier/ mede en(de) oic metten voirs(creven) brieve der lijfpensien sullen/ moegen doen leyden alst hen gelieft totten goeden des voirs(creven)/ wouters en(de) hen d(air)mede behulpen in vestich(eit) van des voirs(creven)/ steet en(de) nochtan metten selve(n) beleyde uut saken vanden/ voirs(creven) twee brieve(n) niet meer moegen v(er)halen op dat ten/ tijde vand(er) execucien e(n)nich vand(en) liven noch leefde dan/ dinhout vand(en) eene(n) der voirs(creven) twee brieve(n) welken va(n) beyden/ hem best gelieven soude cor(am) eisd(em)