Allen den ghenen (et)c(etera) doen condt dat h(er) machiel absoloens/ ridde(r) heeft gerevoceert en(de) wederroepen alle alsulken p(ro)cu(r)acie(n)/ en(de) mechtich(heiden) alse hij voirmaels te diversen stonden gegeven/ heeft henricke va(n) bierbeke willem(me) lobbe en(de) hee(re)n ja(n)ne scelkens/ prieste(r) tsamen oft bezundert gedaen heeft en(de) gegeve(n) heeft/ die allessins a(n)nichileren(de) en(de) te nyeute doen(de) cor(am) tybe burg(imagistr)[o]/ buetsele hoelair scab(inis) febr(uarii) iiii