Cont zij allen lieden dat de voirs(creven) willem de/ pape woenende inde borchstrate heeft gelooft/ voe(r) hem en(de) zijnen erfgenamen symoene vand(er)/ mee(re)n zijnen erven en(de) nacomel(ingen) altijt tot/ huer(er) manissen met alsulcken scepen(en) brieve van/ loeven(e) spreken(de) van twee rijns gul(den) erflijck eensdeels/ lichtghelt dair inne andries wijlen beghijns/ als principael de voirs(creven) symoen vander mee(re)n/ en(de) pet(er) wijlen andries als borghen desselfs andries/ wijlen beghijns v(er)bonden zijn vander daet duysent/ vierhondert achten(de)tachtentich den xvii dach der/ maent van januario behulp en(de) v(er)volch van rechte/ te doene totten ynde vand(er) zaken uut machte/ vand(en) ov(er)geven(e) der voirs(creven) erfrinten en(de) acht(er)stelle der/ selv(er) bij goorde vand(en) berghe vrancken bollairt en(de)
//
laureyse van thienen als p(ro)visoren en(de) mo(m)bo(r)en/ der taflen vand(en) heylighengheest der kercken/ van sinte g(er)truden te loeven(e) (et)c(etera) opten dach van/ heden den voirs(creven) willem(me) de pape voe(r) scep(enen)/ van loeven(e) ten selven rechte ov(er)gegeven en(de)/ tot dien t(er) manissen als vo(r)e den selve(n) scepen(en)/ brief behoirlijck voe(r) scepen(en) van loeven(e) ten selve(n)/ rechte ov(er) te geven(e) ongecancelleert den ghene(n)/ dien dat den voirs(creven) symoene vander mee(re)n/ gelieven sal ov(er)gegeven te hebben sonder cost/ desselfs willems de pape aengesien dat de/ voirs(creven) symoen vander mee(re)n de voirs(creven) twee/ rijns gul(den) erflijck selve met zijnen pe(n)ni(n)gen/ gequeten en(de) afgeleecht heeft en(de) alle de/ gevallen rinten betailt cor(am) eisd(em)