SAL7381, Akte: V°242.3-R°243.1 (511 van 883)
Akte V°242.3-R°243.1
Act
Datum: 1488-01-21
Transcriptie
2024-04-13 door Greet FobletsIt(em) jan vynck sone wijlen jans ende jan lambeert sone wijlen/
lambrechts beyde wonen(de) te roux miroir in p(rese)ntia hebben genome(n)/
en(de) bekint genome(n) te hebben(e) van arnoldo van kets als p(ro)cur(eur) der/
infirmarien vande(n) groote(n) beghijnhove te loven(e) de p(ar)ceelen van/
landen hier nae bescreve(n) Ierst vijff dach(mael) lants gelege(n) te bobolye/
tusschen de goede jans van dosaine cleermake(r) t(er) eende(r) en(de)/
de goede pirarts del menie It(em) een boend(er) lants gelege(n) tussche(n)/
daneels bosch t(er) eende(r) en(de) de goede jaques maricke It(em) een dach(mael)/
lants gelegen tussche(n) de goede d(er) arme(n) van roux miroir voirs(creven)/
te beyde sijden It(em) een half boend(er) lants gelege(n) tussche(n) de goede/
jans van vilrode t(er) eende(r) vynck voirs(creven) en(de) de goede der
//
prochiaenscap va(n) longeville t(er) ande(re) It(em) noch twee stucken/ lants deen va(n) xxiiii roede(n) gelege(n) tussche(n) de goede jans van/ vilrode t(er) eende(r) en(de) de goede pet(er)s del menie voirs(creven) dand(er)/ stuck houden(de) een dach(mael) gelege(n) tussche(n) de goede van buret en(de)/ de goede des voirs(creven) pet(er)s del menie It(em) een half boend(er)/ lants gelege(n) tussche(n) de goede des voirs(creven) pet(er)s en(de) de goede/ ernoult de mont It(em) vijff dach(mael) lants gelege(n) tussche(n) cra/ belsau en(de) de goede d(er) beghijne(n) va(n) torrebaix It(em) noch een/ dachmael gelege(n) tussche(n) de goede jans del menie ende/ de goede jans badet It(em) een dach(mael) lants d(air) bij gelege(n) tussche(n)/ de goede va(n) sinte m(er)tens ind(er) kercken van roux voirs(creven) en(de)/ de goede jans vynck voirs(creven) It(em) iii(½) dach(mael) gelege(n) a surseau/ tusschen de goede jans pailhet t(er) eende(r) en(de) de goede jacops/ marick t(er) ande(re) It(em) noch xxiiii roeden dair bij gelege(n) tussche(n)/ de goede jans van vilroux t(er) eende(r) en(de) de goede henricx/ del meneye t(er) ande(re) It(em) ond(er)half dach(mael) lants gelege(n) opde(n)/ wech van namen tussche(n) de goede jacops maricke t(er) eende(r)/ en(de) de goede reynkens del haye It(em) xxiiii roeden gelege(n)/ al croy gielijs oft d(air) omtri(n)t tussche(n) de goede jans pailhet/ t(er) eende(r) en(de) de goede jans vynck voirs(creven) It(em) een half boend(er)/ lants d(air) bij gelege(n) tussche(n) de goede des voirs(creven) jacops maricke/ op beyde sijden It(em) een half boend(er) lants gelege(n) tussche(n) den/ bosch de buret en(de) de goede jans perry t(er) ande(re) Te houden(e)/ te hebben(e) en(de) te wynne(n) vande(n) yerste(n) dage va(n) dece(m)bri dat/ was int jair xiiii[c] lxxxv lestleden eene(n) t(er)mijn va(n) xii ja(r)en/ lang due(re)nde Om en(de) voe(r) elcx jairs vier mudden core(n)s/ ende sesse molevate(n) pag(abilis) cu(m) va(n)no et pe(n)na mensu(r)e lovan(iensis)/ Alsulken pacht als jairlijcx opde voirs(creven) goede wassen sal Alle/ ja(r)e sinte andriesmisse apostels te betalen(e) en(de) te loven(e) int/ voirs(creven) beghijnhoff te leve(re)n quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) sullen de voirscr(even)/ wynne(n) de voirs(creven) lande(n) wynne(n) werve(n) en(de) meste(n) wel en(de)/ loflijck gelijck reengenoote(n) bove(n) en(de) benede(n) en(de) die laten tsijne(n)/ afsceyde(n) bloet uutgenome(n) dleste half boend(er) dat sullen/ sij besaeyt laten met wynt(er)coren(e) It(em) es ond(er)sproken dat/ de voirs(creven) wynne(n) jairlijcx den t(er)mijn due(re)nde betalen/ sullen alle chijsen en(de) co(m)me(re)n uute(n) voirs(creven) goeden gaende/ sond(er) afslach vande(n) voirs(creven) pachte alsoe in tijts dat/ de firmarie dair bij gheen scade en geschiede cor(am) m(atheo) berghe/ vynck scabinis januarii xxi
//
prochiaenscap va(n) longeville t(er) ande(re) It(em) noch twee stucken/ lants deen va(n) xxiiii roede(n) gelege(n) tussche(n) de goede jans van/ vilrode t(er) eende(r) en(de) de goede pet(er)s del menie voirs(creven) dand(er)/ stuck houden(de) een dach(mael) gelege(n) tussche(n) de goede van buret en(de)/ de goede des voirs(creven) pet(er)s del menie It(em) een half boend(er)/ lants gelege(n) tussche(n) de goede des voirs(creven) pet(er)s en(de) de goede/ ernoult de mont It(em) vijff dach(mael) lants gelege(n) tussche(n) cra/ belsau en(de) de goede d(er) beghijne(n) va(n) torrebaix It(em) noch een/ dachmael gelege(n) tussche(n) de goede jans del menie ende/ de goede jans badet It(em) een dach(mael) lants d(air) bij gelege(n) tussche(n)/ de goede va(n) sinte m(er)tens ind(er) kercken van roux voirs(creven) en(de)/ de goede jans vynck voirs(creven) It(em) iii(½) dach(mael) gelege(n) a surseau/ tusschen de goede jans pailhet t(er) eende(r) en(de) de goede jacops/ marick t(er) ande(re) It(em) noch xxiiii roeden dair bij gelege(n) tussche(n)/ de goede jans van vilroux t(er) eende(r) en(de) de goede henricx/ del meneye t(er) ande(re) It(em) ond(er)half dach(mael) lants gelege(n) opde(n)/ wech van namen tussche(n) de goede jacops maricke t(er) eende(r)/ en(de) de goede reynkens del haye It(em) xxiiii roeden gelege(n)/ al croy gielijs oft d(air) omtri(n)t tussche(n) de goede jans pailhet/ t(er) eende(r) en(de) de goede jans vynck voirs(creven) It(em) een half boend(er)/ lants d(air) bij gelege(n) tussche(n) de goede des voirs(creven) jacops maricke/ op beyde sijden It(em) een half boend(er) lants gelege(n) tussche(n) den/ bosch de buret en(de) de goede jans perry t(er) ande(re) Te houden(e)/ te hebben(e) en(de) te wynne(n) vande(n) yerste(n) dage va(n) dece(m)bri dat/ was int jair xiiii[c] lxxxv lestleden eene(n) t(er)mijn va(n) xii ja(r)en/ lang due(re)nde Om en(de) voe(r) elcx jairs vier mudden core(n)s/ ende sesse molevate(n) pag(abilis) cu(m) va(n)no et pe(n)na mensu(r)e lovan(iensis)/ Alsulken pacht als jairlijcx opde voirs(creven) goede wassen sal Alle/ ja(r)e sinte andriesmisse apostels te betalen(e) en(de) te loven(e) int/ voirs(creven) beghijnhoff te leve(re)n quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) sullen de voirscr(even)/ wynne(n) de voirs(creven) lande(n) wynne(n) werve(n) en(de) meste(n) wel en(de)/ loflijck gelijck reengenoote(n) bove(n) en(de) benede(n) en(de) die laten tsijne(n)/ afsceyde(n) bloet uutgenome(n) dleste half boend(er) dat sullen/ sij besaeyt laten met wynt(er)coren(e) It(em) es ond(er)sproken dat/ de voirs(creven) wynne(n) jairlijcx den t(er)mijn due(re)nde betalen/ sullen alle chijsen en(de) co(m)me(re)n uute(n) voirs(creven) goeden gaende/ sond(er) afslach vande(n) voirs(creven) pachte alsoe in tijts dat/ de firmarie dair bij gheen scade en geschiede cor(am) m(atheo) berghe/ vynck scabinis januarii xxi
Nagekeken door: Greet Stevens , Jos Jonckheer
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2017-01-04 door Xavier Delacourt