SAL7375, Akte: R°228.5-V°228.1 (553 van 1099)
Akte R°228.5-V°228.1
Act
Datum: 1482-01-15
Transcriptie
2024-04-22 door myriam bolsCfr R500.1-V500.1/
Het zijn comen te rechte inde banck voir meye(re) en(de) scepen(en) van
//
loeven(e) gielijs de roide als geleyt nae des(er) stadt recht tot allen/ den goeden have en(de) erve henricx du(n)nemelcx ter eender zijden/ en(de) denijs du(n)nemelc sone des voirs(creven) henr(icx) als procur(eur) desselfs zijns/ vaders ter ande(re) aldair de selve gielijs dede lesen tselve zijn beleyt/ en(de) dae(re)ntynden nae dat genoech bleec vand(er) leveri(n)gen hem/ uut crachte van dien geschiet met brieve(n) vand(er) stadt gescr(even)/ aen den meye(re) van lynden sustineerde hij tot zijnder co(n)clusien/ dat henr(icke) alle de selve goede sculdich soude(n) zijn aangewesen/ te wordden om zijn wettige gebreken vand(en) selven zijne(n) beleyde/ die spruyten(de) quamen uut diversen vo(n)nissen van loeven(e) en(de)/ hij ofts behoefde p(rese)nteerde bij eede te verifice(re)n dair aen te moege(n)/ verhalen Dair tegen de voirs(creven) denijs in zijne(n) verantweerden(e)/ genoechspreken(de) opde segge(re)n die tusschen p(ar)tien dleste proces/ dair uut tvoirs(creven) beleyt was gespruyt overbracht hadden/ voir scepen(en) van loeven(e) en(de) oic opde deposicien vand(en) getuygen/ dair inne begrepen dede seggen onder den ande(re)n al mochten/ de voirvo(n)nissen en(de) acten begripen dat dlant geheete(n) de manpat/ d(air)af zijn vader gedue(m)pt was te doen restitucie vand(en) vruchten houden(de)/ wa(r)e drie boender datmen nochtan bevi(n)den soude soe mits den/ grooten straten en(de) weghen dair doe(n) gaen(de) soe anderssins dat dat/ boven de x dach(mael) niet en hielt en(de) alsoedat sustineerde hij/
dat zijn vader gestaen soude metter restitucien vand(en) vruchten/
nae groette en(de) advena(n)t van dien sonder voirder gepraemt/
oft belast te zijne Dair tegen de voirs(creven) gielijs replice(re)nde dede segge(n)/
al wa(r)e dat soe des neen dat de voirs(creven) procur(eur) d(air)mede te spade/
quame want altijt inden voirgaen(de) gedingen die geweest hadde(n)/
vand(er) prop(ri)eteyt van desen goeden tusschen gielijse voirs(creven) als/
aenlegge(r) en(de) den voirs(creven) henr(icke) v(er)weerde(r) en(de) voirt in allen ande(re)n/
processen die vele en(de) dicwile van desen goeden hadden geweest/
altijt tot heer toe tvoirs(creven) stuck en(de) de vruchten van dien ae(n)gesproke(n)/
en(de) verantweert hadde geweest voir drie boender sonder dat hem/
oyt yema(n)t meer dan nu tegen die groette opponeerde met/
meer diversen reden(en) bij p(ar)tien in wederzijde gealligeert Es/
gewijst bij scepen(en) van loeven(e) ter manissen smeyers dat den/
voirs(creven) gielijse en(de) zijne(n) beleyde de voirs(creven) goede volgen sullen/
tot zijnder wettiger schult behoef die hij dair voe(r) sal execute(re)n/
opde p(rese)ntacie bij he(m) gedaen in sca(m)pno januarii xv
//
loeven(e) gielijs de roide als geleyt nae des(er) stadt recht tot allen/ den goeden have en(de) erve henricx du(n)nemelcx ter eender zijden/ en(de) denijs du(n)nemelc sone des voirs(creven) henr(icx) als procur(eur) desselfs zijns/ vaders ter ande(re) aldair de selve gielijs dede lesen tselve zijn beleyt/ en(de) dae(re)ntynden nae dat genoech bleec vand(er) leveri(n)gen hem/ uut crachte van dien geschiet met brieve(n) vand(er) stadt gescr(even)/ aen den meye(re) van lynden sustineerde hij tot zijnder co(n)clusien/ dat henr(icke) alle de selve goede sculdich soude(n) zijn aangewesen/ te wordden om zijn wettige gebreken vand(en) selven zijne(n) beleyde/ die spruyten(de) quamen uut diversen vo(n)nissen van loeven(e) en(de)/ hij ofts behoefde p(rese)nteerde bij eede te verifice(re)n dair aen te moege(n)/ verhalen Dair tegen de voirs(creven) denijs in zijne(n) verantweerden(e)/ genoechspreken(de) opde segge(re)n die tusschen p(ar)tien dleste proces/ dair uut tvoirs(creven) beleyt was gespruyt overbracht hadden/ voir scepen(en) van loeven(e) en(de) oic opde deposicien vand(en) getuygen/ dair inne begrepen dede seggen onder den ande(re)n al mochten/ de voirvo(n)nissen en(de) acten begripen dat dlant geheete(n) de manpat/ d(air)af zijn vader gedue(m)pt was te doen restitucie vand(en) vruchten houden(de)/ wa(r)e drie boender datmen nochtan bevi(n)den soude soe mits den/ grooten straten en(de) weghen dair doe(n) gaen(de) soe anderssins dat dat/ boven de x dach(mael) niet en hielt en(de) alsoe
Nagekeken door: Mi-Je Van Gils
Moderator: myriam bols
Laatste update:: 2017-01-31 door Xavier Delacourt